In mijn werk als adviseur kom ik vaak bij bedrijven waar werknemers fysieke arbeid verrichten. Fysieke arbeid wordt veelal in één adem genoemd met zwaar werk. De associatie met zware beroepen is dan snel gemaakt. Rond het verhogen van de pensioenleeftijd krijgen we regelmatig de vraag: wat zijn eigenlijk ‘Zware beroepen’?
Wat is zwaar werk?
Oostenrijk kent al sinds 2007 een lijst met zware beroepen en België sinds 2018. De EIB (Economisch Instituut voor de Bouw) stelt dat de instroom in de WAO een goede indicatie is voor zware beroepen. Regelmatig merk ik dat mensen bij zware beroepen de koppeling maken met tillen, dragen en sjorren dus met een krachtinspanning. In sectoren als de bouw, afvalverwerking, metaalbewerking en havens is fysieke belasting een belangrijk onderwerp in de goede risico-inventarisatie. Maar veroorzaakt tillen of sjorren een risico op slijtage? Niet per definitie. Het is eigenlijk net zoals ik dat vroeger heb geleerd: zolang er geen ‘te’ voor staat is het prima. Met ons gezonde verstand komen we dus een heel eind.
Wanneer is zwaar werk risicovol?
Wanneer is werk nu te zwaar? Is dat als iemand de hele dag metselstenen van 5-6 kg hanteert? Zakken met afval achterin een kraakwagen moet gooien? Deegkuipen moet verplaatsen? Aan een lopende band herhaalde bewegingen moet maken? Medewerkers geven vaak aan dat zwaar werk vooral fysiek vermoeiend is. Dit sluit aan hoe men in Oostenrijk naar zwaar werk kijkt. Daar wordt een beroep als zwaar aangemerkt als er een bepaalde hoeveelheid calorieën wordt verbrand (2000 voor mannen en 1400 voor vrouwen). Maar is moe worden per definitie nadelig of risicovol?
Gezondheidskundige grenswaarden
Op zich is ‘moe zijn’ na het verrichten van werkzaamheden geen indicatie voor te zwaar werk. Behalve wanneer iemand zich na een herstelperiode (pauze of nachtrust) nog steeds moe voelt. Als dit vaak optreedt, kan het uiteindelijk leiden tot gezondheidsproblemen.
Het hangt dus van de persoon af of werk te zwaar of te inspannend is. Maar het is wel belangrijk dat er richtlijnen zijn om het risico op lichamelijke klachten te beperken. Goed nieuws: daarvoor zijn de gezondheidskundige grenswaarden in het leven geroepen. Dit zijn grenswaarden die zijn vastgesteld op basis van jarenlang onderzoek. Zoals bijvoorbeeld de 23 kg grens voor tillen om het risico op lichamelijke klachten te beperken.
Aan de slag met fysieke belasting
Het is belangrijk om te weten aan welke risico’s uw medewerkers worden blootgesteld tijdens het werk. En ook dat zij deze risico’s zelf kennen. Hulpmiddelen zijn snel aangeschaft, maar verdwijnen vaak in een hoek omdat men ze maar lastig vindt. Stap 1 in de bewustwording is inzicht, stap 2 is het delen van de inzichten, stap 3 is consensus over de maatregelen en stap 4 is gezamenlijk zorgen dat de maatregelen onderdeel worden van het werk.
Het toepassen van gerichte maatregelen op het gebied van fysieke belasting bevordert de duurzame inzetbaarheid van medewerkers. Dit werkt met name preventief voor relatief jonge medewerkers. Het doel is te zorgen dat mensen duurzaam inzetbaar zijn. Het is goed als er ook een regeling komt om mensen die hun leven lang te zwaar werk hebben gedaan, eerder te laten stoppen met werken. De overheid subsidieert initiatieven van bedrijven die aan de slag gaan om hun werknemers gezond aan het werk te hebben en te houden. Meer hierover leest u in de blog van mijn collega Pim van Dorst.
Bent u benieuwd of de fysieke belasting in uw bedrijf toelaatbaar is? Neemt u dan contact op met mij.